Van beschadigde ogen tot geamputeerde vingers: artsen maken iedere jaarwisseling het nodige letsel mee. Om de ziekenhuizen te ontlasten, geldt er dit jaar een verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk. Hoe kijken artsen tegen het vuurwerkverbod aan? We spreken oogarts Tjeerd de Faber, plastisch chirurg Christianne van Nieuwenhoven, en Birgitte Blatter hoofd Monitoring en Onderzoek bij VeiligheidNL.
NZG
Artsen over het vuurwerkverbod: ‘Dit is een uniek medisch experiment’
-Komende jaarwisseling draait oogarts Tjeerd de Faber zijn 23e nieuwjaarsdienst. Hoe zo’n nacht eruitziet in Het Oogziekenhuis in Rotterdam? “Om 00.15 uur komen de eerste ambulances binnen”, vertelt Tjeerd. “We hebben hier een eigen eerste hulp voor spoedgevallen. Vervolgens is het spoelen, spoelen, spoelen. Hoe sneller we een oog kunnen spoelen, hoe beter.”
Hij opereert zelden middenin de nacht, omdat veel patiënten eerst nuchter moeten worden. “Ze komen soms brakend binnen, met een half verbrand gezicht en openliggend oog. Ook familieleden zijn in paniek.” Hij wacht tot 8 uur ’s ochtends met de triage, de rest van de dag vinden de operaties plaats. Als er meer aan de hand is, zoals intern letsel, handletsel of zelfs een coma, gaan patiënten eerst naar een academisch ziekenhuis. “Een leven redden gaat natuurlijk voor een oog redden.”
In de loop der jaren heeft Tjeerd flink wat oogletsel gezien. Barsten en scheuren in het oog, bloedingen, chemicaliën die het weefsel in een oog opeten. Sinds 2008 houdt het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) het aantal oogletsels bij. Vorig jaar raakten 168 mensen tijdens de jaarwisseling gewond aan één of beide ogen. De helft daarvan was omstander.
Zo’n 75 procent raakte gewond door legaal vuurwerk. Tjeerd: “Twee derde van de slachtoffers heeft geen blijvend letsel, gelukkig. Maar ieder jaar raken tientallen mensen blind. En soms moeten we een oog volledig verwijderen.”
In 2015 werden romeinse kaarsen en babyvuurpijlen al verboden. Sindsdien ziet Tjeerd minder jonge kinderen in het ziekenhuis. Wat hij verder merkt: tussen 2008 en 2017 nam het aantal slachtoffers af, maar de laatste jaren neemt het weer toe. Ook de ernst van het letsel is zwaarder. “Dat komt doordat vuurwerk steeds zwaarder wordt.”
De oogarts pleit al jaren voor een vuurwerkverbod. In 2015 richtte hij met een aantal andere zorgverleners het Vuurwerkmanifest op. Inmiddels hebben al meer dan 650.000 particulieren deze petitie ondertekend. Want naast medisch letsel veroorzaakt vuurwerk materiële schade aan gebouwen, slechte luchtkwaliteit, milieuvervuiling en stress bij dieren, zo staat op de site geschreven.
Dit jaar kwam dat vuurwerkverbod er dan echt. Al was de reden onverwacht. “Met het coronavirus zijn we absoluut niet blij”, zegt hij direct. “Maar het is wel handig dat we nu zien wat er gebeurt met het letsel als je vuurwerk een jaarwisseling overslaat. Het is een uniek medisch experiment.” Op internationaal gebied heeft hij wel aanwijzingen dat een verbod werkt. Zo geldt er in Ierland al een verbod op consumentenvuurwerk. Vuurwerkletsel komt maar weinig voor.
VeiligheidNL, het kenniscentrum voor letselpreventie, houdt het aantal vuurwerkslachtoffers in Nederland al jaren bij. Zo meldden vorig jaar 385 slachtoffers zich op de spoedeisende hulp (SEH) van ziekenhuizen. Daarnaast kwamen zo’n 900 vuurwerkslachtoffers binnen op huisartsenposten. De mensen die rechtstreeks naar oogpoliklinieken gaan, worden niet meegenomen in deze cijfers.
Van een daling in het aantal slachtoffers is de laatste jaren nog geen sprake, volgens Birgitte Blatter van VeiligheidNL. “Ook al leek dit tot een paar jaar terug wel zo op basis van SEH-bezoeken. Maar op huisartsenposten worden ook steeds meer slachtoffers behandeld.” Wat haar daarnaast zorgen baart: nog steeds is de helft van het aantal slachtoffers omstander. “We horen schrijnende verhalen. Vuurwerk dat in de kinderwagen van een baby terechtkomt. Vreselijk.”
“Er zijn ieder jaar veel brandwonden en oogletsel”, vervolgt Birgitte. “Driekwart van al dat letsel komt door legaal vuurwerk.” Vingeramputaties komen meestal wel door illegaal vuurwerk. Daarnaast kan de smog van vuurwerk ademhalingsproblemen veroorzaken.
Christianne van Nieuwenhoven ziet vooral veel handletsel. Ze is plastisch chirurg in het Erasmus MC en gespecialiseerd in kinderhanden. “Wij zien slachtoffers vaak al op de spoedeisende hulp. Bijna altijd gaat het om jongens tussen de 12 en 18. Het letsel gaat van blaren tot hele handen die eraf geknald zijn. Doordat het vuurwerk te lang is vastgehouden.”
Goede pijnstilling is op zo’n moment de eerste stap. Dat wordt in de ambulance al gegeven. Vervolgens neemt een plastisch chirurg het over. “Meestal voeren verdriet en schuldgevoelens de boventoon als mensen binnenkomen”, vertelt Christianne. “De paniek is al wat weggezakt doordat iemand in de ambulance al met de kinderen gesproken heeft.”
Het behandelen van handletsel kan een lang traject zijn. Christianne: “Ik probeer zoveel mogelijk te redden, zo functioneel mogelijk. En ik denk ook vast na over wat er morgen of over één jaar moet gebeuren.” Als voorbeeld noemt ze een afgescheurde duim, waarvan ze de spieren vasthecht. Zodat ze die later kan terugvinden, als ze bijvoorbeeld een teen in een duim transformeert.
"De gevolgen van vuurwerkletsel worden nog steeds onderschat”, vindt de plastisch chirurg. “Sommige vuurwerkslachtoffers moeten leven met blijvende arbeidsongeschiktheid en chronische pijn." Welk vuurwerk verantwoordelijk is voor zulk zwaar letsel? “Vaak is het zelf gefabriceerd, of illegaal knalvuurwerk als cobra’s of astronauten. Maar ook met vuurwerk dat onschuldig lijkt, kan het flink misgaan.”
Christianne is een groot voorstander van het vuurwerkverbod. “Dat kan bijna niet anders met het leed dat ik zie. De eerste periode dat ik hier werkte, werd ik al zenuwachtig bij het horen van één knal. Ik had meteen het beeld van een uit elkaar geknalde hand voor me.”
Nog steeds vindt ze het vreselijk om kinderen met vuurwerk te zien spelen. “Dan doen ze oorlogje en denk ik: wat doen jullie jezelf aan? Het is zo onnodig.” Georganiseerd siervuurwerk kan ze nog wel waarderen, maar consumentenvuurwerk mag wat haar betreft ook na deze jaarwisseling verboden blijven. “Het zorgt voor zoveel slachtoffers. En de maatschappelijke kosten stapelen zich op.”
VeiligheidNL vindt het ook belangrijk dat ongevallen en letsel tegengegaan worden. Dat betekent niet per definitie dat het kenniscentrum voor een vuurwerkverbod is. Birgitte: “We weten namelijk niet of het verbod juist gaat leiden tot meer illegaal vuurwerk. Wat meestal voor heftiger letsel zorgt.”
In een jaarlijkse survey vraagt VeiligheidNL mensen of ze vuurwerk gekocht hebben, welke preventieve maatregelen ze nemen (denk aan vuurwerkbrillen) en wat ze doen bij een vuurwerkverbod. Bij die laatste vraag antwoordt zo’n 25 tot 35 procent van de vuurwerkkopers toch naar illegaal vuurwerk te grijpen. “Maar of ze dat écht doen, moeten we nog zien”, zegt Birgitte. “Ik denk persoonlijk dat die verschuiving in de praktijk wel meevalt.”
“Dit wordt een interessante jaarwisseling”, concludeert ze. “Een soort natuurlijk experiment. We gaan heel goed monitoren en onderzoeken welk letsel we dit jaar zien. Het is nu nog moeilijk te voorspellen hoe het vuurwerkverbod precies gaat uitpakken.”
Ook Tjeerd erkent het risico dat het vuurwerkverbod illegaal vuurwerk in de hand werkt. Het voordeel, volgens de oogarts: een algemeen consumentenverbod is makkelijker te handhaven. “Iedere knal is nu illegaal, zelfs een rotje. Dus handhavers weten sneller waar ze moeten zijn.”
“Nee, ik ben enorm blij dat het kabinet de knoop heeft doorgehakt. Zoveel sectoren zijn dit jaar platgelegd door corona. En zoveel operaties zijn uitgesteld. Dan kan het niet zo zijn dat er slachtoffers vallen die makkelijk voorkomen hadden kunnen worden.”
Voor het eerst in 23 jaar verwacht de oogarts een redelijke rustige jaarwisseling tegemoet te gaan. Normaal werkt zijn team tijdens oud en nieuw met een dubbele bezetting, nu met een reguliere. Dat komt goed uit, want vanwege corona is er momenteel veel uitval onder verplegend personeel. “Een rustige jaarwisseling lijkt me heerlijk.”
Door: Nationale Zorggids / Bente Schreurs