Een jaar nadat gemeenten verantwoordelijk werden voor de jeugdzorg, zijn er minder jeugdbeschermings-maatregelen. Toch betekent dit niet dat het beter gaat met de jeugdzorg in ons land. Annette Roeters, algemeen directeur van de Raad voor de Kinderbescherming, waarschuwt dat de daling in maatregelen geen reden is om conclusies te trekken over de kwaliteit van de jeugdzorg. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
Volgens Roeters zijn er verschillende factoren die invloed hebben gehad op de daling van jeugdbeschermings-maatregelen in Nederland. Zo zijn er gemeenten die al actie hebben ondernomen voor de wetswijziging de zorg overhevelde naar de gemeenten. De vier grote steden hebben al eerder deskundigheid ontwikkeld, waardoor sociale wijkteams beter functioneren.
Echter zou het ook zo kunnen zijn dan minder meldingen betekent dat er binnen bepaalde gemeenten wordt aangemodderd. “Hoe beter de sociale wijkteams functioneren, hoe beter dat uitpakt voor de kinderen. Niet alle mensen in een wijkteam hebben ervaring met jeugdbescherming. Het is niet alleen een kwestie van opleidingsniveau en kennis, maar vooral ook van competenties.”
De cijfers van de Raad voor de Kinderbescherming alleen zeggen niet genoeg over wat er daadwerkelijk speelt binnen de gemeenten. “Kale cijfers zeggen weinig. Ze spreken pas als je in gesprek gaat met een gemeente.” Vooralsnog is het te voorbarig om te stellen dat de daling in jeugdbeschermingsmaatregelen ook betekent dat het beter gaat met kinderen.
© Nationale Zorggids