Toen marinier Melike Senler ruim een jaar geleden moeder werd van haar zoontje, wilde ze niet meer uitgezonden worden. “Vier maanden of langer naar het buitenland? Ik moest er niet aan denken om zo lang bij hem weg te zijn’’, zegt ze. Dat maakt haar werk bij de marine lastig en ze besluit ze op zoek te gaan naar een andere baan. Via Defensie kan ze een dag meelopen bij oudere cliënten met een verstandelijke beperking op ’s Heeren Loo in Druten. Dat is geen succes. “Dat verzorgende past helemaal niet bij mij. Ik vond het niet prettig.’’
‘Ik wist direct dat dit bij mij paste’
Een collega die ziet dat ze het niet naar haar zin heeft, stelt voor het ook eens te proberen bij een andere groep. Ze kijkt een middag mee bij mensen met Moeilijk Verstaanbaar Gedrag. Dit zijn cliënten waarbij niet altijd opvalt dat zij een verstandelijke beperking hebben en die soms fysiek of verbaal agressief gedrag vertonen. Hier is de oud-marinier wel op haar plek. ‘’Ik vind het geweldig om mee te gaan om boodschappen te doen en hen te helpen om de dag door te komen. Ik wist direct dat dit bij mij paste.’’
Senler is een van de tien medewerkers die overgestapt zijn van Defensie naar ’s Heeren Loo. Nog eens tien oud-militairen doorlopen momenteel de selectieprocedure. De instelling voor mensen met een beperking hoopt het tekort aan personeel op te vullen met zogenoemde zij-instromers (werknemers die elders werken, maar willen overstappen naar de zorg, red). Vooral voor cliënten die Moeilijk Verstaanbaar Gedrag hebben is het lastig om de juiste medewerkers te vinden, zegt HR-directeur Ellen Boonen van ’s Heeren Loo. Daarom sloot de instelling onlangs een overeenkomst met Defensie.
De verschillen tussen Defensie en de gehandicaptenzorg zijn niet zo groot als op het eerste gezicht lijkt, stelt Boonen. ‘’Onze medewerkers hebben dezelfde competenties nodig als in het leger. Zij moeten kunnen de-escaleren, samenwerken, grenzen stellen en omgaan met agressie.’’
Dat herkent Senler. Toen ze 17 jaar oud was, sloot ze zich aan bij de marine. ‘’Varen leek me leuk en ik wilde reizen en geld verdienen’’, zegt ze. Vijf jaar lang werkte ze als logistiek medewerker aan boord van marineschip Zr. Ms. De Ruyter. Daarna werd ze gestationeerd in Doorn en meerdere keren uitgezonden naar Irak. “Het was een fantastische ervaring’’, zegt ze. ,,En het leger heeft me hard gemaakt. Ik ben zelfstandig geworden en heb veel doorzettingsvermogen gekregen.’’
Cliënten zoeken de grens op
Vooral dat laatste komt haar goed van pas op ’s Heeren Loo. “De eerste weken probeerden de cliënten me steeds uit te dagen en zochten ze de grens op. Ze scholden me uit, gooiden bijvoorbeeld dingen in de wc. Soms dacht ik ‘nee hè, niet weer zo’n dag’.’’ Toch zet Senler door. ‘’Inmiddels heb ik hun vertrouwen gewonnen en krijg ik zelfs af en toe een compliment van een cliënt. Dat is geweldig. Het geeft zoveel voldoening.’’
Van agressieve uitbarstingen van cliënten is ze niet erg onder de indruk. ‘’De eerste paar keer schrok ik wel, vooral omdat ik het niet had verwacht’’, zegt ze. ‘’Maar echt bang, ben ik niet geweest.’’ Ook niet bij het begeleiden van de vaste dagactiviteit van haar cliënten; zagen en kloven. “Nee hoor, daar heb ik geen probleem mee.’’
’s Heeren Loo, een van de grootste instellingen voor mensen met een beperking, is landelijk actief en heeft veel cliënten die in deze doelgroep vallen. ‘’Wij worden gezien als de expert. Andere instellingen verwijzen mensen met Moeilijk Verstaanbaar Gedrag naar ons door’’, zegt Boonen. Het vinden van personeel voor deze groep is echter een grote uitdaging. ‘’Als deze cliënten agressief gedrag vertonen, kunnen begeleiders daar bang van worden’’, zegt Boonen. ‘’Mensen die bij Defensie werkten, laten zich daar niet zo snel door uit het veld slaan. Zij kunnen daar goed mee omgaan.’’
Je moet het maar durven
Want hoewel dienen in Afghanistan of Irak niet hetzelfde is als het begeleiden van de dagbesteding, kunnen beiden heftig zijn, weet de HR-directeur. De slogan van Defensie ‘Werken bij Defensie, je moet het maar durven’, sprak Boonen dan ook aan. “Die is ook van toepassing op deze doelgroep.’’ En ook het Defensiecredo ‘Wij zijn er voor het vaderland’, komt overeen met het motto ‘Wij zijn er voor de cliënt’, vindt zij. ‘’Diezelfde passie zie je terug.’’
Dat geldt inmiddels ook voor Senler. ‘’Terug naar Defensie? Nee, nooit. Ik ben heel erg gelukkig met deze baan. Ik wil niet meer weg uit de zorg.’’ De oud-marinier begon zes maanden geleden aan het zij-instroomtraject. Dat betekent dat ze 24 uur per week werkt als begeleider. Een dag per week gaat ze daarnaast naar het mbo waar ze de opleiding tot gehandicaptenbegeleider volgt. Weer in de schoolbanken zitten, is wennen, vindt Senler. ‘’Ik moest weer leren om te leren.’’ En ook het huiswerk maken, vindt ze lastig. ‘’Dan kom ik na een drukke dag thuis en ligt de kleine eindelijk op bed, moet ik die boeken weer pakken’’, zucht ze. Over drie jaar is ze klaar en hoopt ze op een vast contract.
Overigens is ’s Heeren Loo niet alleen op zoek naar militairen. Voor de begeleiding van dezelfde doelgroep hoopt Boonen ook een convenant met de politie te sluiten. ‘’Maar er zijn bijvoorbeeld ook een dakdekker, bouwvakker en huisvrouw bezig met het zij-instroomtraject.’’ De werkervaring en opleiding zijn niet zo belangrijk voor de werkgever. ‘’Het gaat er vooral om hoe sterk je in je schoenen staat.’’
Personeelstekort in de zorg
In de zorg dreigt een groot personeelstekort. Volgens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan dat, als er niets gebeurt, in 2022 zijn opgelopen tot 125.000 openstaande vacatures. Dat staat in het actieprogramma Werken in de Zorg dat het ministerie van VWS in maart dit jaar presenteerde.
Om dit enorme tekort op te lossen, zet het ministerie niet alleen in op meer studenten die voor de zorg kiezen, maar ook op het werven van herintreders en zij-instromers. Zij-instromers zijn mensen die nu nog in een andere sector werken, of bijvoorbeeld onlangs hun baan hebben verloren bij een faillissement of reorganisatie, en die graag de overstap willen maken naar werken in de zorg. Het ministerie wil deze potentiële werknemers in kaart brengen met behulp van gemeenten en het UWV. In totaal wordt geld uitgetrokken voor 25.000 loopbaangesprekken om mensen verder te helpen die overwegen in de zorg te gaan werken. Daarnaast stelt het ministerie in totaal 320 miljoen euro beschikbaar voor scholing van met name nieuwe medewerkers. Hiervan kunnen naar verwachting 170.000 scholingstrajecten worden aangeboden.
© Nationale Zorggids / Marjolein Kooyman