De dagen dat ik naar therapie ging vlogen voorbij. Ik ging me steeds meer op mijn gemak voelen. Het is natuurlijk een beschermende wereld waarin je terecht komt als je het terrein van de GGZ oploopt. Ik combineerde de driedaagse therapie met mijn werk als koerier, maar ik merkte dat het een verkeerde keuze was. Het viel mij op dat als ik werkte, ik dingen zag die er niet waren. Dat kon van alles zijn, bijvoorbeeld schimmen, vlekken, maar ook personenauto's en mensen vlogen door het beeld. Het leek mij daarom ook verstandig om te stoppen met het werk als koerier. Met pijn in mijn hart, want autorijden was een hobby geworden.
Door Nicolai van Doorn
Ik besloot niet alleen te stoppen met mijn werk, maar ik wilde ook dolgraag opgenomen worden. Ik voelde me op therapie veilig. De buitenwereld werd voor mij helemaal afgesloten door hulpverleners. Zo kreeg ik een maatschappelijk werkster die mijn financiën ging regelen. Dat was ook nodig, want ik had er een grote puinhoop van gemaakt. Zo'n grote puinhoop dat ik zelfs het licht aan het eind van de tunnel niet meer zag.
Elke vrijdag had ik een gesprek met een psychiater in opleiding. We hadden het vaak over mijn klachten, medicijngebruik en hoe het met me ging. Ondanks de therapie en medicijnen ging het niet erg goed met mij. Klachten als stemmen en rare gedachten gierden door mijn hoofd. De stemmen zorgden ervoor dat ik mij moeilijk kon concentreren en de gedachten brachten mij aan het twijfelen. De ergste gedachte was ongetwijfeld dat ik helemaal geen stemmen hoorde en dat ik de boel aan het flessen was. Maar ik hoorde wel degelijk stemmen en niet zo'n beetje ook.
Op een door mij ingelast gesprek met de psychiater in opleiding kwamen we tot de conclusie dat opname het beste voor me was. Ik weet nog dat ik mijn moeder na het gesprek opbelde en vertelde welke beslissing ik zojuist had genomen. Zeker weten doe ik het niet, maar leuk vonden ze dat niet. Ik denk dat mijn uitleg dat Assen de enige plek in de wereld was waar ik rust vond, pijnlijk bij mijn ouders aankwam. Toch stemde ze er mee in, omdat ze altijd al het beste wilde voor hun kinderen. Ze vonden dat ik het beste kon oordelen wat voor mij het beste was en ze stonden achter ieder besluit. Dus ook achter mijn opname. Mede daarom heb ik mijn ouders altijd bewonderd.
Afgesproken was dat ik eerst twee maanden op proef zou meedraaien in het zogenoemde ALM-huis. De Alm is een revalidatiecentrum voor patiënten met een kwetsbaarheid voor psychoses. Daarna zou gekeken worden of een langer verblijf noodzakelijk was. Hoewel ik altijd al het liefst thuis in mijn eigen bedje sliep, had ik er bijzonder veel zin in om opgenomen te worden. Puur en alleen omdat op dat moment dat de veiligste plek voor mij was. Van familie en kennissen kreeg ik kaartjes en bloemen. Ze vonden mijn stap een dappere. Ik was het daar niet mee eens; het was gewoon een keuze: of beter worden, in de zin van dat ik mijn ziekte dragelijk kon maken, of het laten doorsudderen en dan op een dag kiezen voor de dood.
De twee maanden vlogen voorbij en ik werd steeds losser. Praatte met lotgenoten en hulpverleners. Langzamerhand ontdooide ik. Opnieuw kwam ik voor een keuze te staan: weer naar huis, of toch nog langer blijven. Het laatste leek voor beide partijen het beste. Er werd afgesproken dat ik nog vier maanden zou blijven.
Tijdens mijn opname ben ik gaan schrijven. Puur en alleen voor mezelf. Niet met de bedoeling om het uit te geven. Nu denk ik daar anders over en wil ik niets liever dan dat mijn verhaal op de markt komt. Naast het schrijven ben ik Spaans gaan studeren, of nou ja, ik heb een poging gewaagd. De concentratie en de discipline bleek ik er niet voor te hebben. Schrijven en Spaans leren is sindsdien een droom. Een droom waarvan ik hoop dat hij ooit uitkomt...
© Nationale Zorggids / Nicolai van Doorn